Spelvisie

Bij de Scouting Mr. van Daalgroep maken we gebruik van de doorlopende leerlijn die vanuit Scouting Nederland wordt aangeboden. Dit houdt in dat wij continu voortbouwen op wat onze jeugdleden al weten en geleerd hebben (in een vorige speltak). De jongste groepen hebben een fantasievol thema dat het vermogen tot verbeelding, avontuur, creativiteit en vindingrijkheid aanspreekt. De programma’s van opvolgende speltakken sluiten daarop aan dankzij de leerlijn binnen de Scoutingmethode. Op die manier leren onze jeugdleden vaardigheden die niet zo moeilijk lijken, omdat het aansluit op hun kunnen en kennen. Ongemerkt blijven de scouts zich continu ontwikkelen! Het leuke aan al die opgedane vaardigheden is ook dat ze zichtbaar zijn op de uniformen van de leden: om de persoonlijke groei zichtbaar te maken ontvangen ze insignes.

 S.C.O.U.T.S.

Achter het Scoutingspel gaat een goed uitgedacht plan schuil die wordt samengevat in de spelvisie SCOUTS. Deze naam weergeeft waar Scouting inhoudelijk voor staat. Het is een visie die is opgesteld door Scouting Nederland, en die wij als scouting verweven in ons wekelijkse Scoutingspel.

spelvisie scouts500

Samen: dit element staat voor de betrokkenheid die je als scout hebt met de maatschappij en voor de onderlinge verbondenheid die scouts over de gehele wereld met elkaar voelen. Hierbij gaat het dus ook om het internationale aspect van Scouting.

Code: dit element staat voor de normen en waarden (de ‘spelregels’), de ceremoniën en het fundament van Scouting.

Outdoor: dit element staat voor het buitenleven, waarbij de natuur niet alleen wordt gezien als omgeving waarin het spel van Scouting gespeeld wordt, maar ook als opvoedende waarde waar met respect mee wordt omgegaan.

Uitdaging: dit element staat voor de persoonlijke ontwikkeling van scouts. Scouting is niet alleen een plezierige vrijetijdsbesteding, maar biedt ook mogelijkheden om jezelf te ontwikkelen en steeds weer je grenzen te verleggen.

Team: dit element staat voor samenwerken en het werken in subgroepen, bijvoorbeeld een oudere scout die een jongere scout in zijn speltak helpt (oud leert jong). De toenemende zelfstandigheid van de jeugdleden hoort hier ook bij.

Spel: dit element staat voor het Scoutingspel zelf, de veelzijdigheid ervan, de thematiek en het aanspreken van de creativiteit (zowel in fantasie als het creatief zijn in oplossingen).

Niet-formeel leren

Bij ‘leren’ wordt vaak gedacht aan kennis en vaardigheden, maar de competenties die kinderen bij Scouting ontwikkelen zijn ook gericht op het sociale aspect. Samenwerken, zorgen voor elkaar, respect voor de omgeving; dat zijn belangrijke aandachtsgebieden van het Scoutingprogramma. De niet-formele manier van leren bij Scouting zit tussen formeel (op school, met vastgestelde doelen en eisen) en informeel (spontaan, in het dagelijks leven) leren in. Door de stimulerende omgeving en uitdagende activiteiten leren kinderen en jongeren bij Scouting heel veel, zonder dat ze dit zelf zo ervaren, want plezier en gezelligheid staan centraal.

 

Acht activiteitengebieden

De Mr. van Daalgroep maakt gebruik van verschillende activiteitengebieden om variatie en uitdaging in het programma aan te brengen. Deze gebieden komen gecombineerd of na elkaar terug tijdens de bijeenkomsten. De activiteiten richten zich lang niet alleen op het ontwikkelen van vaardigheden, maar ook op houding en gedrag.

  1. Uitdagende Scoutingtechnieken: activiteiten rondom een techniek, zoals hakken, stoken, kaart en kompas, routetechnieken, pionieren, zeilen en kamperen.
  2. Expressie: activiteiten waarmee kinderen zich kunnen uitdrukken, zoals dansen, filmen, handvaardigheid, toneel spelen, schrijven en muziek maken.
  3. Sport & Spel: activiteiten die gaan om sporten, postenspelen, renspelen, gezelschapsspelen en teamspelen.
  4. Buitenleven: activiteiten rondom het beleven van de natuur en overleven in de natuur, zoals survival, kennis van plant en dier, milieu, natuurbeheer en weer.
  5. Identiteit: activiteiten die te maken hebben met wie kinderen zelf zijn (zelfbeeld), welke levensovertuiging ze hebben en de identiteit van hun groep. Het gaat dus ook om de ander en om ‘samen’.
  6. Internationaal: activiteiten rondom kennis over landen en culturen, Scouting wereldwijd en internationale uitwisselingen.
  7. Samenleving: activiteiten die te maken hebben met de eigen omgeving, het cultureel erfgoed en de maatschappij (maatschappelijke participatie).
  8. Veilig & Gezond: activiteiten rondom voeding en veiligheid, zowel op fysiek als op sociaal-emotioneel gebied.
activiteitengebieden